Wij geven bij The Home of Arts in de volgende Kung Fu stijlen les: Meihua quan, Shaolin quan, Bagua zhang en Sanda. Tai Chi les wordt gegeven in de Yang stijl en Chen stijl.

Meihua Quan

Meihua quan (letterlijk “Pruimen Bloesem Vuist”) is een oude Chinese Kung Fu stijl die al zo vroeg bestond als de Shang dynastie (1600 v. Chr. – 1046 v. Chr.) Volgens een legende vond de stijl haar oorsprong in de Kunlun school en behoort daarbij tot de Boeddhistische en Taoistische scholen.

Sinds duizenden jaren geleden werd Meihua quan voornamelijk als geheime vechtkunst beoefend in besloten kringen. Dit bracht sterke tradities en exceptionele vaardigheden voort in de Meihua meesters uit het verleden. Kennis is van generatie tot generatie overgebracht  tot in de huidige generatie meesters. Meihua quan wordt gekenmerkt door haar familie-achtige sfeer waarbij beoefenaars van verschillende niveaus elkaar consequent helpen om elkaars kung fu niveau omhoog te brengen.

De training methoden zijn uitgebreid en efficiënt. De studie van Meihua quan bestaat uit twee delen: de theoretische studie en de praktijk. De theorie is afgeleid van oude geschriften en documenten die zijn doorgegeven van generatie op generatie. De Meihua theorie heeft een sterke connectie met de essentie van Taoisme, Boeddhisme, Confucianisme en ook met de principes van de I Ching – het boek der veranderingen. De kennis en beoefening van deze vier religies en filosofische tradities brengt eenheid en harmonie in het menselijk wezen (jing), innerlijke energie (chi) en geest (shen).

Shaolin Kung Fu

Shaolin quan is een van de oudste en beroemdste martial arts. Shaolin Kung Fu kwam voort uit de Boeddhistische Shaolin tempel vanaf 495 n. Chr in Songshan (Song berg), Henan provincie China.

Er zijn verschillende legendes en theoriën over de oorsprong van Shaolin Kung Fu. In een van de verhalen is de eerste monnik die Boeddhisme kwam verspreiden de Indiase monnik Boddhabharda (Batuo). Hij had een paar getalenteede Chinese discipelen die sporen achterlaten in de Chinese Kung Fu historie. Na Batuo kwam een andere Indiase monnik Bodhidarma (Damo) naar Shaoin in 527 AD. Het verhaal vertelt dat Damo na zijn aankomst in Shaolin 9 jaar lang mediteerde in een grot nabij de tempel. Uit zijn meditatie oefeningen kwam het Zen (Chen) Boeddhisme voort. Waar of niet, er zijn uit die tijd twee boeken achtergelaten: het ‘merg reinigings schrift’ en het ‘spier verandering schrift’ . Na Damo werd Boeddhisme geintegreerd in de martial arts.

De externe training en interne training (Qi Gong) zijn een geintegreerd geheel. Shaolin Kung Fu omvat thans honderden substijlen. Elke substijl heeft een of enkele routines en in elke routine worden andere methodes van vechten en verbeteren van gezondheid getraind. Om een compleet systeem aan te leren, maken de monniken zich meester van een aantal substijlen. Shaolin kung fu omvat onder andere vuist vormen, dier vorimen, gevechts training, wapen vormen en dronken stijl vormen. Alle vormen hebben hun praktische toepassingen in martial arts.

Shaolin Kung Fu concentreert zich op flexibiliteit, doorzettingsvermogen en harde en zachte Qi Gong. Door het consequent trainen van hiervan wordt zowel de kracht van het lichaam als de weerstand en wilskracht verbeterd.

Tai Chi (Taijiquan)

Tai Chi is een interne stijl die zijn oorsprong heeft in de Wudang school van Taoisme. De bewegingen zijn rustig, zacht, kalm en ontspannen terwijl je wel stabiel en sterk dient te blijven. Vormen hebben verscheidene verdedigende toepassingen die zachte bewegingen gebruiken om harde aanvallen te pareren. De studie van Taijiquan omvat verbetering van gezondheid, meditatie en de vechtkunst.

Tai Chi gezondheids training focust op het verminderen van fysieke stress op het lichaam en de geest. Het kan helpen de bloed druk te verlagen en chronische problemen te verbeteren. Taijiquan is een meditatie op zichzelf ‘meditatie in actie’. De training concentreert zich op het aanleren van een heldere en rustige mind-set en bewustwording van de omgeving om je heen.

Bagua Zhang

Bagua zhang wordt vertaald als de ‘achtvoudige trigram palm’ en is een combinatie van aanvallende en verdedigende manouvres waarbij de nadruk ligt op de Neigon (interne Kung Fu).

Anders dan andere kung fu stijlen worden in Bagua de palmen en vingers gebruikt voor aanvallen in plaats van de vuisten. Oude geschriften suggereren dat de Baguazhang deels zijn origine heeft in de Kung Fu van het platteland van het oude China en deels van Taoistische sektes.

Het karakteristieke aan Bagua zhang is dat er in de vormen (Taolu) veelal in cirkels gelopen wordt. Dit ontwijkende circulaire voetenwerk heeft tot doel de tegenstander te verwarren en om de tegenstander heen te bewegen. Dit is bovenal zeer effectief om tegen meerdere aanvallers te vechten. Belangrijke waardes bij Bagua Zhang zijn een sterke wil, moed en persoonlijke loyaliteit.

Harde en zachte Qi Gong

Qi Gong wordt vertaald als ‘Levens energie werk’. Qi gong kan worden opgesplitst in twee delen; harde en zachte Qi Gong. Beide bevatten drie onderdelen: ademhaling, houding (bewegend of stil) en mentale focus. Traditioneel wordt Qi Gong gezien als een oefening om Qi te cultiveren en balanceren om je een goede weerstand te geven tegen ziektes en veroudering. Wanneer harde en zachte ofwel externe en interne qi gong gecombineerd worden, kunnen kung fu meesters grote vaardigheid bereiken zoals bijvoorbeeld balanceren op de scherpe zijde van een speer of stenen breken met slechts één vinger.

Qi gong wordt thans beoefend in China en de rest van de wereld als een vorm van oefening alswel als een alternatieve geneeswijze. Het kan helpen stress te verminderen, het lichaam en geest energieker te maken en ook een hogere staat van bewustzijn te bereiken.

Zachte Qi Gong

Interne of zachte Qi Gong wordt beoefend om de Qi en Qi circulatie te verbeteren zodat je lichaam en geest gezonder en energieker wordt. Er zijn verschillende vormen van interne Qi gong zoals yijingjing, baduanjing en wuqixin. Enkele van de gezondheidsaspecten die beoefening van deze vorm verbeteren zijn bloed circulatie, reiniging van de organen, reiniging van het beenmerg en ziektes voorkomen.

Harde Qi Gong

Externe of harde Qi Gong wordt beoefend om het lichaam te harden en de botten te conditioneren, wat helpt je lichaam zich te beschermen door van buitenaf komende schokken. Dit helpt bij het voorbereiden van je lichaam voor gevechten, maar ook  bijvoorbeeld bij het valbreken of bij andere klappen die je lichaam dient op te vangen.

Elk deel van het lichaam kan geconditioneerd worden. Bijvoorbeeld handen, armen, hoofd, benen, ribben, vingertopen etc. Een extra voordeel van harde qi gong is dat doordat er door frequente conditionering regelmatig ook qi (acupunctuur) drukpunten worden geraakt, dit ook kan helpen de Qi goed te laten rondstromen in je lichaam.